Colloquia

De kosten van de vergrijzing: Welke solidariteit tussen de generaties?

De man in de straat, maar ook heel wat opiniemakers, lijken er intussen niet meer aan te twijfelen: toekomstige generaties zullen het minder goed hebben dan de huidige generaties. De redenen die daarvoor worden aangehaald zijn divers: de aanslepende recessie, de hoge staatsschuld, de budgettaire kost van de vergrijzing, ... In deze studiedag houden we deze, al te vaak als evident beschouwde, uitgangspunten kritisch tegen het licht. We doen dat vanuit een dubbel perspectief.

Boekpresentatie “The Return of the Deficit Public Finance in Belgium over 2000-2010”

Prior to the outbreak of the financial crisis in 2008 Belgium’s fiscal balances and debt ratios seemed to be on a firm consolidation path. Today, however, Belgium is facing a major budgetary challenge, albeit to some extent lesser than that of other Europe an countries. A proper understanding of the current situation and the design of the most appropriate policy response always benefit from an in - depth analysis of the recent past. This book offers that closer look at the evolution of public finance in Belgium over the decade 2000 - 2010.

Het begrotingsbeleid voor 2013 en de daaropvolgende jaren
Doelmatigheid van overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling

De meeste economisten vinden dat overheidssteun voor O&O-activiteiten gerechtvaardigd is omwille van de positieve maatschappelijke effecten en de impact op de economische groei. Daarenboven heeft ons land zich op Europees niveau geëngageerd om de uitgaven voor O&O op te trekken tot 3% van het bbp en dit streefdoel is nog altijd niet bereikt. 

Hervormingsscenario’s voor de tariefkorting in de registratierechten

Sedert enkele jaren staat de doelmatigheid en het bereik van de tariefkorting in de registratierechten (het zgn. klein beschrijf) ter discussie. De tariefkorting wordt nu toegekend op basis van het kadastraal inkomen. Omdat deze geïmputeerde huurinkomsten sinds geruime tijd enkel geïndexeerd worden en een algemene perequatie is uitgebleven, worden er vragen gesteld bij de betekenis van deze grondslag en de verdelingseffecten die daarvan kunnen uitgaan. Met het oog op mogelijke hervormingen simuleerde het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting de begrotingseffecten van 6 scenario’s die niet langer het kadastraal inkomen, maar wel de verkoopprijs als uitgangspunt nemen. Tijdens deze BIOF-voorstelling worden de voor- en nadelen van de verschillende scenario’s en de te verwachten effecten voorgesteld. Aanvullend worden inzichten voorgesteld van flankerend onderzoek.

De aanwending van de inkomstenbelasting van de personen door de Canadese provincies – enkele elementen ter overweging voor de Belgische beleidsmakers

Na de tweede wereldoorlog hebben de Canadese provincies geleidelijk aan opnieuw bezit genomen van het domein van de inkomstenbelasting van de personen waarvan ze in 1942 afstand hadden gedaan. Deze uiteenzetting schetst de belangrijkste stappen in de evolutie van het fiscaal federalisme in Canada en de uitoefening van de fiscale autonomie door de Canadese provincies. De presentatie focust op de hervorming van 2000 die voor het stelsel van inning door de federale Staat in negen provincies (zonder Québec) een systeem oplevert dat vrij gelijkaardig is aan het systeem dat in 2011 voor België wordt voorgesteld.

"Begroting 2011" en "Fiscaal Beleid"
Weg-belasting : op nieuwe weg

De Europese Unie heeft recent belangrijke initiatieven en beslissingen genomen, met betrekking tot de verkeersbelastingen. Het is daarom interessant, na te gaan, niet alleen hoe verschillende lidstaten daarop reageren, maar ook wat en hoe de Belgische Overheden daar tegenover plannen. De verkeers-belastingen vormen een grotendeels geregionaliseerde materie binnen België. Gaan de Belgische Gewesten slagen in hun opzet tot hervorming, daar waar andere lidstaten reeds geruime tijd en met wisselend succes aan het werk zijn ?

De Europese begroting 2011 – nieuwigheden en vooruitzichten

Sinds 1 december 2009 is het Verdrag van Lissabon van kracht. Naast meer bekende verwezenlijkingen, zoals de oprichting van een permanent voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie of de invoering van een Europese dienst voor extern optreden (Buitenlandse Zaken), heeft het Verdrag ook het landschap van de institutionele bevoegdheden van de Unie ten gronde gewijzigd. Wij denken daarbij onder meer aan de grotere bevoegdheid van het Europees Parlement op begrotingsvlak: op gelijke voet met de Raad vormt het Europees Parlement voortaan een van de twee takken van de begrotingsautoriteit. Is het om die vooruitgang in de verf te zetten dat het Parlement de tijd genomen heeft om de begroting 2011 goed te keuren? Is die eerste begrotingsoefening onder het Verdrag van Lissabon een voorbode van complexere institutionele relaties? Zullen de Instellingen die nieuwe voorrechten niet gebruiken om de jaarlijkse begroting te koppelen aan andere, misschien meer politieke dossiers? Wellicht is het ook een kans om bepaalde ondersteunende of expansionistische beleidsacties op te zetten die totnogtoe op het achterplan waren gebleven. Ondanks de economische en financiële crisis waarmee talrijke lidstaten van de Unie worden geconfronteerd, is men er met de begroting 2011 in geslaagd bepaalde ambitieuze beleidsopties waar te maken. Ambitieus voor de toekomst van de Unie, voor de toekomst van haar lidstaten, voor de toekomst van haar bevolking. 2011 is nochtans maar een stap: de voorbereiding van het toekomstige financiële kader 2014-2020 belooft een al even ambitieuze evolutie op middellange en lange termijn, zij het met wat meer realiteitszin. De Unie breidt uit, de Unie wordt groter, de Unie nadert de volwassenheid: dit is het in elk geval waarop het Belgisch voorzitterschap zich de laatste zes maanden van 2010  heeft toegelegd.

Halve studiedag van 8 november 2010 : «Publiek-Private Samenwerking - Nieuwe trends»

Hoewel de Centrale Overheden binnen België voorheen een aantal jaren achterstand had, ten opzichte van andere Europese buurlanden, waaronder Groot-Brittanië, Frankrijk, Spanje, inzake publiek-private samenwerkingsvormen, heeft het – al dan niet onder druk van de budgettaire omstandigheden op korte termijn een inhaalbeweging gemaakt. Die inhaalbeweging is gebeurd, binnen één van de meest turbulente periodes van het bancaire landschap. Aangezien, de meeste PPS-projecten in België uitgaan van een DBFM- methodologie, waarin de F-component (de financiering) een belangrijk onderdeel uitmaakt, heeft de hertekening van het financiële landschap en van de mogelijkheden tot risico-allocatie naar private marktpartijen ongetwijfeld een wezenlijke impact op de mogelijkheden, om tot PPS-herstructurering over te maken. Ook het verscherpt toezicht, dat Eurostat ongetwijfeld zal uitoefenen op de EU-lidstaten, impliceert reflexie over deze mogelijkheden. Tijd dus, om een balans op te maken. Het Belgisch Instituut van Openbare Financiën wil U daarom een namiddag programma aanbieden, waarin sprekers uit verschillende middens in België U deze impact schetsen, maar ook de wijze, waarop binnen een nieuwe context wellicht vruchtbare publiek-private samenwerking kan plaats vinden.

Copyrights © 2014 - Cic Team / Federaal Planbureau.